Competenties
Tijdens het project heb ik mijn eigen horizon verbreedt door kennis te verwerven over verschillende didactische werkvormen.
Deze kennis heb ik toegepast tijdens het project. Ik heb geprobeerd om zo veel mogelijk verschillende werkvormen te gebruiken:
- Mix en koppel;
- Zoek dezelfde;
- Ideeën spuien;
- Quiz;
- Krottenwijk.
Ook heb ik mijn horizon verbreedt over het land Zuid-Afrika. Ik heb mezelf moeten verdiepen in het land, om de horizon van de leerlingen te verbreden en antwoord te kunnen geven op de vragen die de leerlingen eventueel zouden kunnen stellen. Ook moest ik de leerlingen goed kunnen begeleiden tijdens het werken aan hun eigen onderwerp. Dit betekende dat ik van alle zes de onderwerpen: natuur, geschiedenis, cultuur, onderwijs, straatkinderen en dieren genoeg moest weten om ze te kunnen helpen.
Ik heb niet alleen mijn kennis verbreedt, maar ik heb ook gewerkt aan de competenties die tijdens dit semester centraal staan:
* Stimuleren dat kinderen positief op elkaar en opbouwend op elkaars werk reageren tijdens samenwerkend
leren (Interpersoonlijk competent).
Tijdens het project staat het samenwerken van de kinderen centraal. Daarom is het als leerkracht belangrijk om ze te stimuleren. Ik moest met twee leerlingen iedere dag na school bespreken hoe het samenwerken ging en wat ze afspraken voor de volgende keer. Ook heb ik na iedere les de leerlingen in het logboek laten schrijven en klassikaal kort besproken hoe het ging.
*Activiteiten ontwerpen en uitvoeren, waarbij vertrouwen in kinderen wordt uitgestraald en waarbij kinderen
worden gestimuleerd om eigen initiatieven te nemen (Pedagogisch competent).
Tijdens het project is het belangrijk dat de leerlingen gestimuleerd worden om eigen initiatieven te nemen. Ze worden tijdens het
project veel vrij gelaten en krijgen de kans om eigen keuzes te maken. Op deze manier laat ik aan de kinderen zien dat ik ze vertrouwen toon.
* Kinderen observeren in hun taakuitvoering en op basis van deze observaties met kinderen spreken over hun
werkhouding (Pedagogisch competent).
Omdat het samenwerken van de leerlingen centraal stond tijdens dit project, was het belangrijk dat ik de leerlingen ook kon aanspreken op de werkhouding. Een goede werkhouding is namelijk belangrijk bij een samenwerking in een groepje. Ook maakte ik met de leerlingen duidelijke afspraken, zodat als er iets gebeurde ik ze er op kon wijzen.
* Activiteiten ontwerpen die kinderen aanzetten tot het inbrengen van hun initiatieven en interesses en
bijdragen tot samenwerkend, verwonderend en zelfstandig leren (Vakinhoudelijk en didactisch competent).
De leerlingen krijgen tijdens dit project veel de mogelijkheid om eigen initiatieven en interesses in te brengen. Dit begint al met het kiezen van de deelonderwerpen. De leerkracht zorgt ervoor dat iedere leerling de mogelijkheid krijgt om dit in te brengen door middel van samenwerkingskaartjes. Als de leerlingen op zoek gaan naar interesses zullen ze verwonderend, zelfstandig en samenwerkend leren.
* Ontwerpen en uitvoeren van een project, waarmee de kinderen hun horizon verbreden door zelfstandig en/of
samen onderzoek te doen, te experimenteren en de opbrengsten daarvan met elkaar te delen (Vakinhoudelijk
en didactisch competent).
De leerlingen verbreden hun horizon tijdens dit project over het land Zuid-Afrika. Ze gaan veel in groepjes of tweetallen op onderzoek door middel van lessen, internet en de informatie boeken. Bij deze informatie kijken ze wat ze kunnen gebruiken. Uiteindelijk geeft ieder groepje een presentatie aan de andere kinderen, zodat de opbrengsten met elkaar delen. Ook vertellen ze tijdens de Zuid-Afrikaanse markt aan de ouders wat ze hebben geleerd.
* Spreken met kinderen over mediabronnen, waardoor ze bewust en kritisch standpunt kunnen innemen ten
opzichte van wat zij lezen en ervaren (Vakinhoudelijk en didactisch competent).
De leerlingen voeren samen met de leerkracht een gesprek over internetgebruik, voordat ze starten met het zoeken van informatie etc. Ook heeft de leerkracht ervoor gezorgd dat de afspraken over internetgebruik uit de leerlingen zelf kwamen, zodat deze voor de leerlingen betekenisvol was. Zo konden ze zelf een standpunt innemen over de mediabronnen, wanneer een bron bijv. wel of niet betrouwbaar is.
* Door middel van leergesprekken het denken van kinderen stimuleren, zodat hun metacognitieve ontwikkeling
gestimuleerd wordt (Vakinhoudelijk en didactisch competent).
De leerlingen hadden een bepaald beeld over het land Zuid-Afrika. Ik heb geprobeerd door middel van verschillende lessen en vragen het concept van de leerlingen open te breken. De leerlingen gingen op zoek naar informatie en vonden antwoorden, ik stelde vragen die er voor zorgde dat ze nog meer gingen onderzoeken en gingen kijken of de antwoorden wel klopten.
* De begeleiding van kinderen die met verschillende activiteiten bezig zijn zo organiseren dat er aandacht is
voor alle kinderen die behoefte hebben aan ondersteuning (Organisatorisch competent).
Tijdens dit project heb ik vanwege gebrek aan computers een circuit gemaakt, waarbij de leerlingen werkten aan verschillende activiteiten. Op deze manier heb ik laten zien dat ik het zo kon organiseren dat er behoefte en ondersteuning was voor iedere leerling.
Tijdens het project heb ik mijn eigen horizon verbreedt door kennis te verwerven over verschillende didactische werkvormen.
Deze kennis heb ik toegepast tijdens het project. Ik heb geprobeerd om zo veel mogelijk verschillende werkvormen te gebruiken:
- Mix en koppel;
- Zoek dezelfde;
- Ideeën spuien;
- Quiz;
- Krottenwijk.
Ook heb ik mijn horizon verbreedt over het land Zuid-Afrika. Ik heb mezelf moeten verdiepen in het land, om de horizon van de leerlingen te verbreden en antwoord te kunnen geven op de vragen die de leerlingen eventueel zouden kunnen stellen. Ook moest ik de leerlingen goed kunnen begeleiden tijdens het werken aan hun eigen onderwerp. Dit betekende dat ik van alle zes de onderwerpen: natuur, geschiedenis, cultuur, onderwijs, straatkinderen en dieren genoeg moest weten om ze te kunnen helpen.
Ik heb niet alleen mijn kennis verbreedt, maar ik heb ook gewerkt aan de competenties die tijdens dit semester centraal staan:
* Stimuleren dat kinderen positief op elkaar en opbouwend op elkaars werk reageren tijdens samenwerkend
leren (Interpersoonlijk competent).
Tijdens het project staat het samenwerken van de kinderen centraal. Daarom is het als leerkracht belangrijk om ze te stimuleren. Ik moest met twee leerlingen iedere dag na school bespreken hoe het samenwerken ging en wat ze afspraken voor de volgende keer. Ook heb ik na iedere les de leerlingen in het logboek laten schrijven en klassikaal kort besproken hoe het ging.
*Activiteiten ontwerpen en uitvoeren, waarbij vertrouwen in kinderen wordt uitgestraald en waarbij kinderen
worden gestimuleerd om eigen initiatieven te nemen (Pedagogisch competent).
Tijdens het project is het belangrijk dat de leerlingen gestimuleerd worden om eigen initiatieven te nemen. Ze worden tijdens het
project veel vrij gelaten en krijgen de kans om eigen keuzes te maken. Op deze manier laat ik aan de kinderen zien dat ik ze vertrouwen toon.
* Kinderen observeren in hun taakuitvoering en op basis van deze observaties met kinderen spreken over hun
werkhouding (Pedagogisch competent).
Omdat het samenwerken van de leerlingen centraal stond tijdens dit project, was het belangrijk dat ik de leerlingen ook kon aanspreken op de werkhouding. Een goede werkhouding is namelijk belangrijk bij een samenwerking in een groepje. Ook maakte ik met de leerlingen duidelijke afspraken, zodat als er iets gebeurde ik ze er op kon wijzen.
* Activiteiten ontwerpen die kinderen aanzetten tot het inbrengen van hun initiatieven en interesses en
bijdragen tot samenwerkend, verwonderend en zelfstandig leren (Vakinhoudelijk en didactisch competent).
De leerlingen krijgen tijdens dit project veel de mogelijkheid om eigen initiatieven en interesses in te brengen. Dit begint al met het kiezen van de deelonderwerpen. De leerkracht zorgt ervoor dat iedere leerling de mogelijkheid krijgt om dit in te brengen door middel van samenwerkingskaartjes. Als de leerlingen op zoek gaan naar interesses zullen ze verwonderend, zelfstandig en samenwerkend leren.
* Ontwerpen en uitvoeren van een project, waarmee de kinderen hun horizon verbreden door zelfstandig en/of
samen onderzoek te doen, te experimenteren en de opbrengsten daarvan met elkaar te delen (Vakinhoudelijk
en didactisch competent).
De leerlingen verbreden hun horizon tijdens dit project over het land Zuid-Afrika. Ze gaan veel in groepjes of tweetallen op onderzoek door middel van lessen, internet en de informatie boeken. Bij deze informatie kijken ze wat ze kunnen gebruiken. Uiteindelijk geeft ieder groepje een presentatie aan de andere kinderen, zodat de opbrengsten met elkaar delen. Ook vertellen ze tijdens de Zuid-Afrikaanse markt aan de ouders wat ze hebben geleerd.
* Spreken met kinderen over mediabronnen, waardoor ze bewust en kritisch standpunt kunnen innemen ten
opzichte van wat zij lezen en ervaren (Vakinhoudelijk en didactisch competent).
De leerlingen voeren samen met de leerkracht een gesprek over internetgebruik, voordat ze starten met het zoeken van informatie etc. Ook heeft de leerkracht ervoor gezorgd dat de afspraken over internetgebruik uit de leerlingen zelf kwamen, zodat deze voor de leerlingen betekenisvol was. Zo konden ze zelf een standpunt innemen over de mediabronnen, wanneer een bron bijv. wel of niet betrouwbaar is.
* Door middel van leergesprekken het denken van kinderen stimuleren, zodat hun metacognitieve ontwikkeling
gestimuleerd wordt (Vakinhoudelijk en didactisch competent).
De leerlingen hadden een bepaald beeld over het land Zuid-Afrika. Ik heb geprobeerd door middel van verschillende lessen en vragen het concept van de leerlingen open te breken. De leerlingen gingen op zoek naar informatie en vonden antwoorden, ik stelde vragen die er voor zorgde dat ze nog meer gingen onderzoeken en gingen kijken of de antwoorden wel klopten.
* De begeleiding van kinderen die met verschillende activiteiten bezig zijn zo organiseren dat er aandacht is
voor alle kinderen die behoefte hebben aan ondersteuning (Organisatorisch competent).
Tijdens dit project heb ik vanwege gebrek aan computers een circuit gemaakt, waarbij de leerlingen werkten aan verschillende activiteiten. Op deze manier heb ik laten zien dat ik het zo kon organiseren dat er behoefte en ondersteuning was voor iedere leerling.