Mijn visie over de zaakvakken
De kinderen krijgen al vanaf de kleuters al te maken met natuur, geschiedenis en aardrijkskunde.
In de hogere groepen zullen deze vakken dan ook één keer per week op het rooster staan en worden ze aan
het einde van een hoofdstuk getoetst. Tijdens de kleuterperiode is de wereld van de kinderen kleiner en zullen
de zaakvakken dichter bij het kind liggen. Bijvoorbeeld bij geschiedenis gaat het dan vooral om de dagen van de week. In de hogere groepen wordt de wereld om de kinderen heen steeds groter, dit zie je ook terug in de methodes van de zaakvakken.
Als ik zelf terug denk aan de zaakvakken die gegeven werden op mijn basisschool, kom ik erachter dat ik niet of nauwelijks meer iets weet. Ik kan me niet herinneren dat we ooit ergens naar toe zijn geweest waarbij de zaakvakken centraal stonden. Wel kan ik me nog herinneren dat we na ieder hoofdstuk een werkblad moesten maken en deze moesten leren voor de toets. Met de toets kreeg je dan vrijwel dezelfde vragen, dus het was makkelijk scoren met deze toetsen. Op de middelbare school heb ik het meest onthouden van het vak biologie. Hierbij was je namelijk zelf ook vaak bezig met onderzoeken. Zo mochten we een keer een oog en een varkenshart ontleden. Dit vond ik altijd erg interessant. Ook mochten we verschillende diertjes onderzoeken en deze zo precies mogelijk natekenen. Geschiedenis heb ik vrij snel laten vallen, omdat dit op een hele saaie manier gegeven werd.
Aardrijkskunde heb ik wel gehouden, omdat ik vond dat ik hier meer van moest weten.
Helaas kan ik niet zeggen dat ik er erg veel van heb onthouden. In aardrijkskunde en Biologie heb ik uiteindelijk examen gedaan.
Toen ik vorig jaar op het Iselinge kwam en zag dat zaakvakken op het rooster stond, had ik hier geen hoge verwachtingen van.
Maar we werden gelijk in iedere les gewezen op de filosoof Confusius: Ik hoor en ik vergeet, ik zie en ik onthoud, ik doe en ik begrijp. Dit betekent dat kinderen het beste leren als ze zelf op onderzoek uit gaan en mogen experimenteren.
Ook dit ervaar ik nu in de les, we mogen veel zelf onderzoeken en leren op die manier hoe we het ook aan de kinderen kunnen aanbieden.
Als ik mocht bepalen hoe de zaakvakken op de basisscholen eruit kwamen te zien, dan zou ik dat als volgt doen:
Ik zou de vakken geschiedenis, natuur en aardrijkskunde zoveel mogelijk met elkaar combineren, zodat ze niet om de zoveel dagen of weken pas aan de beurt komen. Dit betekent dat de kinderen en leerkrachten gaan werken met methodes die de zaakvakken hebben geïntegreerd. Ook kunnen er op die manier projecten gedaan worden rondom de zaakvakken (horizon verbreden).
Ook zou ik verschillende werkvormen willen gebruiken die passen die dan misschien iets meer gericht zijn op alleen de zaakvakken. Denk hierbij aan excursies naar het NME of een gastles.
Ik denk dat het basisonderwijs zich nog veel kan ontwikkelen in het geven van zaakvakken, maar daarvoor eerst duidelijk moet hebben welk doel ze hebben en welke methodes en projecten daar bij passen.
In de hogere groepen zullen deze vakken dan ook één keer per week op het rooster staan en worden ze aan
het einde van een hoofdstuk getoetst. Tijdens de kleuterperiode is de wereld van de kinderen kleiner en zullen
de zaakvakken dichter bij het kind liggen. Bijvoorbeeld bij geschiedenis gaat het dan vooral om de dagen van de week. In de hogere groepen wordt de wereld om de kinderen heen steeds groter, dit zie je ook terug in de methodes van de zaakvakken.
Als ik zelf terug denk aan de zaakvakken die gegeven werden op mijn basisschool, kom ik erachter dat ik niet of nauwelijks meer iets weet. Ik kan me niet herinneren dat we ooit ergens naar toe zijn geweest waarbij de zaakvakken centraal stonden. Wel kan ik me nog herinneren dat we na ieder hoofdstuk een werkblad moesten maken en deze moesten leren voor de toets. Met de toets kreeg je dan vrijwel dezelfde vragen, dus het was makkelijk scoren met deze toetsen. Op de middelbare school heb ik het meest onthouden van het vak biologie. Hierbij was je namelijk zelf ook vaak bezig met onderzoeken. Zo mochten we een keer een oog en een varkenshart ontleden. Dit vond ik altijd erg interessant. Ook mochten we verschillende diertjes onderzoeken en deze zo precies mogelijk natekenen. Geschiedenis heb ik vrij snel laten vallen, omdat dit op een hele saaie manier gegeven werd.
Aardrijkskunde heb ik wel gehouden, omdat ik vond dat ik hier meer van moest weten.
Helaas kan ik niet zeggen dat ik er erg veel van heb onthouden. In aardrijkskunde en Biologie heb ik uiteindelijk examen gedaan.
Toen ik vorig jaar op het Iselinge kwam en zag dat zaakvakken op het rooster stond, had ik hier geen hoge verwachtingen van.
Maar we werden gelijk in iedere les gewezen op de filosoof Confusius: Ik hoor en ik vergeet, ik zie en ik onthoud, ik doe en ik begrijp. Dit betekent dat kinderen het beste leren als ze zelf op onderzoek uit gaan en mogen experimenteren.
Ook dit ervaar ik nu in de les, we mogen veel zelf onderzoeken en leren op die manier hoe we het ook aan de kinderen kunnen aanbieden.
Als ik mocht bepalen hoe de zaakvakken op de basisscholen eruit kwamen te zien, dan zou ik dat als volgt doen:
Ik zou de vakken geschiedenis, natuur en aardrijkskunde zoveel mogelijk met elkaar combineren, zodat ze niet om de zoveel dagen of weken pas aan de beurt komen. Dit betekent dat de kinderen en leerkrachten gaan werken met methodes die de zaakvakken hebben geïntegreerd. Ook kunnen er op die manier projecten gedaan worden rondom de zaakvakken (horizon verbreden).
Ook zou ik verschillende werkvormen willen gebruiken die passen die dan misschien iets meer gericht zijn op alleen de zaakvakken. Denk hierbij aan excursies naar het NME of een gastles.
Ik denk dat het basisonderwijs zich nog veel kan ontwikkelen in het geven van zaakvakken, maar daarvoor eerst duidelijk moet hebben welk doel ze hebben en welke methodes en projecten daar bij passen.