Proces
Donderdag 7 maart
Vandaag heb ik met de kinderen het tweede onderdeel van het land Zuid-Afrika besproken, namelijk de natuur. De eerste werkvorm was de juiste kenmerken van het klimaat neerleggen bij het land Nederland en Zuid-Afrika. Op deze manier wordt de voorkennis van de kinderen gestimuleerd. Daarna heb ik met de leerlingen een leergesprek gevoerd aan de hand van de prezi's . Ik vertelde de leerlingen informatie en zij reageerden door zelf iets te vertellen of vragen te stellen. Ik merkte dat de leerlingen erg geboeid waren tijdens mijn les en erg veel vragen stelden. Ook vonden het ze het heel interessant om te zien dat als het hier zomer is het in Zuid-Afrika winter is. Ook heb ik voor de tweede keer een circuitles gedaan. Ik heb het organisatorisch nu beter opgepakt, door in ieder groepje een materiaalbaas aan te wijzen. Op deze manier is er één iemand die zorgt dat alle materialen klaarliggen en gebruikt kunnen worden. Ook heb ik ervoor gezorgd dat alle materialen in één kast liggen en ze er dus makkelijk bij kunnen. Door dit op deze manier op te lossen verliep het soepeler en konden de leerlingen sneller aan het werk. Ook ben ik nu meteen langs de kinderen gelopen die moeite hebben met het werken in een vrije situatie. Competenties waar ik tijdens deze les aan gewerkt heb: Ik wil tijdens mijn natuurles door middel van leergesprekken het denken van kinderen stimuleren, zodat hun metacognitieve ontwikkeling gestimuleerd wordt. bijv. door de leerlingen vragen te laten stellen (Vakinhoudelijk en didactisch competent, deeltaak 72). Ik heb de leerlingen gestimuleerd door ze vragen te stellen en te laten reageren op wat ze zien. Op deze manier heb ik een leergesprek met ze gevoerd en daarbij de metacognitieve ontwikkeling gestimuleerd. Door er met elkaar over te praten werd iedereen erbij betrokken. Competenties van de circuitles, zie week 3. Lessen: Natuur & circuit |
|